Voor verificatie van gecertificeerde duikerartsen verwijzen wij u naar het Openbaar Register van de Beheerstichting Werken onder Overdruk (SWOD

 Duikerarts A = bevoegd tot herkeuren

Duikerarts B = bevoegd tot inkeuren en herkeuren

BIG-register - raadpleeg hier 

Nederlands Keuringsprotocol 

De verplichting van een periodiek geneeskundig onderzoek voor personeel dat arbeid onder overdruk is opgenomen in artikel 6.14 van de Arboregeling. Bij de "ontuithoeking" van Mijnwet/Mijn Reglement op 01-01-2003 zijn de toen geldende instructies van Staatstoezicht op de Mijnen opgenomen in de Arboregeling, omdat er in Nederland verder niets voorhanden was dat als leidraad kon dienen. Naast een algemeen deel (afkomstig uit een EDTC-tekst) was er ook een lijst met absolute- en relatieve contra-indicaties en de daarbij behorende minimum onderzoeken. Mede vanwege discussies over de inhoudelijke eisen, is medio 2012 besloten om de inhoud van de keuring te laten vervallen en is de verwijzing in de Arboregeling geschrapt. Sindsdien wordt gebruik gemaakt van de keuringseisen van de Engelse Health and Safety (HSE); de zogenaamde MA1. 
  
Er is echter een brede behoefte om de minimale inhoud van een keuring weer op te nemen in de Arboregeling, alsook een onderscheid te maken tussen keuringen van duikers en hyperbaar personeel. De Projectgroep Duikmedische Zaken heeft hiertoe, onder auspiciën van het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van SWOD, twee keuringsrichtlijnen ontwikkeld.

De keuringsrichtlijn Duikarbeid is deels gebaseerd op het Engelse HSE MA1 protocol. Deze richtlijn is toepassing op duikers en caissonarbeiders. Er wordt voorzien in een second opinion protocol. Eén van de aanpassingen is dat in navolging van internationale adviezen van gerenommeerde medische commissies gekozen is om de röntgenfoto’s van de thorax bij de inkeuring de verplichting te laten vervangen door "op indicatie”.
Een richtlijn houdt in dat dit de minimale eisen zijn. Een duikerarts mag ten alle tijden op grond van medische indicatie en/of de intensiviteit van de werkzaamheden andere parameters en/of eisen stellen.

De keuringsrichtlijn Arbeid Hyperbare Geneeskunde is bedoeld voor medische personeel in Hyperbare Centra die voor hun werk patiënten begeleiden in de behandelkamer.  Voor dit personeel luidt het advies om tot het 50e levensjaar tweejaarlijkse te keuren en bij een hogere leeftijd jaarlijks.

Beide keuringsrichtlijnen zijn op 7 september 2021 goedgekeurd door het SWOD Centraal College van Deskundigen (CCvD) en vervolgens door het bestuur bekrachtigd op 10 september 2021.

Beide keuringsrichtlijnen zijn te beschouwen als best professional guidance bij de uitvoering van het verplichtte arbeids­gezond­heidskundig onderzoek op grond van artikel 6.14a van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Naar verwachting zal de toepassing van deze richtlijnen binnenkort een wettelijk verplicht karakter krijgen middels toekomstige verwijzing in de Arboregeling.

Wanneer deze keuringsrichtlijnen kunnen worden opgenomen in de Arboregeling en de Arbocatalogus Werken onder Overdruk, kan worden geborgd dat de genoemde medische keuringen uniform worden uitgevoerd.

De keuringsartsen – gecertificeerde duikerartsen A & B - worden geadviseerd deze keuringsrichtlijnen toe te passen e.e.a. conform Arbowet.

Met eventuele vragen kunt u zich richten tot het secretariaat van SWOD, email info@werkenonderoverdruk.nl


Citaat uit het Arbobesluit

Artikel 6.14. Geschiktheid
Duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk worden verricht door een persoon, die in een zodanige lichamelijke en geestelijke toestand verkeert, dat hij in staat is de gevaren, die zijn verbonden aan de door hem te verrichten arbeid, te onderkennen en zo mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 6.14 Arbeidsomstandighedenbesluit

Artikel 6.14a. Arbeidsgezondheidskundig onderzoek
1.Personen, die worden belast met het verrichten van duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk worden voor de aanvang van die arbeid onderworpen aan een arbeidsgezondheidskundig onderzoek, dat gericht is op de bijzondere gevaren voor de gezondheid, waaraan zij bij de uitoefening van die arbeid kunnen blootstaan.

2.Na een periode van ten hoogste twaalf maanden na het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt het arbeidsgezondheidskundig onderzoek herhaald en vervolgens telkens met een tussenperiode van ten hoogste twaalf maanden sinds het voorafgaande onderzoek.

3.Het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt uitgevoerd door een arts, die in het bezit is van een certificaat duikerarts, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling.

4.Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de uitvoering van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek. Deze regels kunnen betrekking hebben op:

a. de gegevens, die bij het onderzoek worden overgelegd;
b. de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd;
c. de wijze van beoordeling van de geschiktheid of ongeschiktheid van personen voor het verrichten van duikarbeid, caissonarbeid of overige arbeid onder overdruk;
d. de wijze van registratie, verwerking en bewaring, alsmede de tijdsduur van bewaring van de uit het onderzoek verkregen gegevens.

5.Een persoon verricht slechts duikarbeid, caissonarbeid of overige arbeid onder overdruk indien uit het arbeidsgezondheidskundig onderzoek blijkt, dat het verrichten van die arbeid op medische gronden toelaatbaar is. Indien uit de uitslag van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek blijkt dat het verrichten van duikarbeid, caissonarbeid of overige arbeid onder overdruk slechts onder de daarin aangegeven beperkende voorschriften toelaatbaar is, worden deze voorschriften in acht genomen.

6.Op verzoek van de werkgever of de onderzochte persoon wordt het in dit artikel bedoelde onderzoek één maal opnieuw uitgevoerd door een andere arts, die in het bezit is van een certificaat duikerarts als bedoeld in het derde lid. Het resultaat van het hernieuwde onderzoek treedt in de plaats van het daaraan voorafgaande.

Artikel 6.14b. Duikerarts

In verband met de uitvoering van arbeidsgezondheidskundige onderzoeken als bedoeld in artikel 6.14a, eerste en tweede lid, kunnen voor de afgifte van het certificaat duikerarts, bedoeld in artikel 6.14a, derde lid, bij ministeriële regeling verschillende vakbekwaamheids-, opleidings- of registratie-eisen worden gesteld.

 

Noot: vanaf 1 januari 2017 is artikel 6.13 aangevuld met een lid, luidende:

Op deelnemers aan een training voor het veilig ontsnappen uit een object onder water, waarbij gebruik wordt gemaakt van ademgas onder overdruk, zijn de artikelen 6.14a en 6.16, vijfde en zesde lid, niet van toepassing indien:
a. zij vooraf een longfunctieonderzoek hebben ondergaan waarmee vastgesteld kan worden dat er geen verhoogd gezondheidsrisico is bij het volgen van de training, en
b. de training wordt gegeven in aanwezigheid van een duiker, een reserveduiker, een duikmedisch begeleider en een duikploegleider als bedoeld in artikel 6.16.

 

Met dank aan

Deze website is tot stand gekomen met foto-bijdragen van:
Smit Salvage BV, Noordhoek Diving BV, DUC Diving BV, Duikcombinatie Nederland, W. Smit Duik- en Bergingsbedrijf BV.